Hollandse verzen
18
Nieuwe inkt, verse woorden, blanke vellen papier
montere gedachten, fris brein, verschoond bloed
adem der liefde, hart dat met blijder moed
telkens de woorden stuwt op een andere manier
pen van ik wil maar schaatsen over witte vellen
kruisen door zeeën taaltekens en lettergrepen
klanken, lepe rijmen bijeen slepen
zonder er al te streng de voeten van te tellen
niemand schaatst met roestige hortenstoten
je glijdt ofwel je glijdt niet
pen snelt vlotjes voort en vliedt
kriskras over kristallen woordensloten
dichten moet vanzelf gaan, in één slag
moeiteloos jongleren, meester, reusachtige salto's
spiraleren, dollen, buitelen, zwenken, zorgeloos
zwaluw die volmaakt wat zij vermag
en pen wil altijd naar Eden vliegen
't bloed kruipt toch waar 't niet heen kan gaan
God ik schrijf dit neer zonder te liegen
geen fraaiere tocht dan over Uw baan
19
Het is geen grapje te worden geboren als dichter
kolensjouwers en putjescheppers hebben meer hun plaats
der zieke, ontweken want melaats
is 't juk onvergelijkbaar lichter
de dichter, daar wringt de schoen, is immers immer profeet
zijn toorn ontleent hij aan Elias
'n toontje à la messias
sprinkhanen, wereldgericht, hemel open, boetekleed
wie zou niet pijlsnel heenvluchten ?
of beter : onverschillig
doorlopen, onvrijwillig
lachen, bedroefd zuchten
dus zit pen vast, klem
ze kan alleen maar naar Eden stromen
maar Edens tuinen zijn vergane dromen
dichters eigen rem
hoeveel van zijn confraters zijn er gek van geworden
of stortten zich in de krater van de Vieux-Port
knoopten zich op in hun atelier of kantoor
omdat zij 't raadsel niet ontcijferden der woorden
geen sinecure als dichter te worden geboren
in ijzeren tijden van ratelende raderen
voor hoon en smart is hij uitverkoren
de Zeven Weeën in zijn aderen
20
Gijzelf, o Heer, Gijzelf hebt mij met Uw mes besneden
en mij mijn echte naam gegeven
het pad geëffend van mijn leven
opdat ik U ontmoette eens in de Hof van Eden
en ach, U weet 't, 'k was niks recalcitrant
Gij zijt getuige, voor U heb ik geijverd
heb Uw geheimenissen zuiver ontcijferd
en trouw de vlammen aangewakkerd Uwer brand
hoe ik ook m'n best deed U te vergeten
verblind door de waan van de dag
door U ben ik helemaal bezeten
door Uw adem, verdriet en Uw lach
gelukkig staan de engels permanent paraat
de vorsten, de heerlijkheden, de tronen
houden 'n oogje in 't zeil, voorzien, tonen
hulp, beschermen de ontluiking van Uw zaad
...dat Gij mij waardig genoeg acht om te dragen
te verzorgen, te doen groeien, boom in Uw tuin
Uw kroon op mijn kruin
wiel van Uw wagen
waar drijft gij mij henen, o mijn Heer
wat blaast Gij toch in mijn hoofd
wat hamert U keer op keer
in welke dromen heeft U mij gestoofd
U, Heerlijke, U stuurt naar een feest nietwaar
U leidt mijn stappen - Uw wens : mijn liefste toom
van U ben ik verlangen, vertrouwen, droom
extensie, incarnatie, een vrij gebaar
U maakt mij gek, U maakt mij blij
U te loven is heel mijn lust
zoals bloem 't bijtje kust
gelijk de stilte van een kei
Uw kalme presentie uitdrukt
't onwrikbare Uwer natuur
de zonnevruchten, vrij, die je plukt
die haken, smaken naar puur azuur
Uw geheime stoffen en sappen vullen mijn schalen
storten uit den hooge, wellen op uit de grond
verzadigen, bewegen de lippen van m'n mond
schrijven Uw eigen woorden met dikke halen
21
Heb een vel papier leeg voor mij klaar liggen, kalm
pen geslepen, kruisjes geslagen, inktdop losgeschroefd
tegenzin, luiheid, gemakzucht overtroefd
ferm op zoek naar van de woorden de gouden galm
't is en blijft gewoon maar een kwestie van discipline
je er iedere dag geconcentreerd, of niet, aan wijden
de woorden verschijnen, vanzelf, en verblijden
pen midden in haar dagelijkse routine
heeft zij iets te zeggen - of eventjes helemaal niets ?
't is om 't even, vergissen doet zij zich toch nooit
hoe zij de klanken ook schikt, kneedt of plooit
vrij glijdt zij, rap de wielen van haar fiets
't witte vel is al voor de helft vol
zal eens kijken waar pen nu heen wil
naar zin in lust, lach en lol
...anders geef ik wel een gil
vloeien met de stromen
die in ons gaan
leven in de dromen
van ons bestaan
sigaartje oproken, duikje in de golven, verven
duifjes voeren, de maan begroeten, zacht
in de fuiken van de letters sterven
me overgeven, voorgoed, geest en lijf, aan Edens pracht
nog maar vier regels te schieten en dan is vel vol
kan ik verder rustig door de dag heenploeteren
tussen mussen tegen auto's bussen foeteren
verstikt in dieselstank, oef ! belaagd door hondedrol !
22
Mechanisatie vervlakt de persoonlijke onderscheidingen
spieren vervetten, worden krachteloos
ijdel geklap, slap gesnap, machteloos
plassen in een viool, domme dood, prop, gat in lichaams leidingen
de machine degradeert de mens, dat wonder
tot slavernij, vermoord zijn ziel zonder
welke hij niet echt leven kan
hakt zijn wezen in de pan
daarom ook keken de oude eeuwen
neer op technies vernuft, deur naar ramp
reduceert Adam tot kwast, last en kramp
maakt van koene helden laffe leeuwen
en och, ben zelf ook helaas flink vervlakt
negentiende van mijn ziel ligt in duigen
kan de takken aan de stam niet meer ombuigen
ben ook voor driekwart door 't ijs gezakt
...maar ik kom weer boven water
krabbel overeind, vermeng me met wind
met wijde mond verbreed ik mijn krater
en drink eruit als gulzig kind
zonder machinerie wil ik leven
hun knecht, hun verlengstuk wil ik niet zijn
ik wil het leven aan mijzelf geven
niet aan toestellen met hun sluw venijn
daarom schrijf ik nog steeds met pen en inkt
geen rijmwoordenboek komt eraan te pas
dat zou m'n eer te na zijn - spontaan klinkt
mijn lied, of anders niet, vrij man, paljas !
laat me niet tot beunhaas vernederen
tot cyborg, robot, larf, ex-mens
ik, ik marcheer in de gelederen
waar de wereld is naar eigen wens
ben al genoeg verwrongen, vervlakt
al eeuwen bij de lurven gepakt
mootjes in elkaar gehakt
verslonden en uitgekakt
23
Opnieuw een open vel om te vullen
met regels, komma's, streepjes en klanken
om te zingen, te dansen, te danken
voor die warme stroom van klankenkrullen
arabesken, labyrinthen, monogrammen
slingers en slierten, woud der tienduizend penselen
en mijn vingers die vermetel de woorden strelen
bedwelmd, verliefd hun gulden lokken kammen
woorden & Co willen niets liever
dan ondersteboven te worden gegooid
forse massage, niets is hen geriever
moe van m'n handen worden zij nooit
laat me rustig door pen meevoeren
zij weet wel waar zij heen wil gaan
soms zie ik 't in haar ogen staan
duifjes die in mijn oren koeren
hoef 't gefluit in m'n kop maar te noteren
ervoor zorgen dat 't 'n beetje loopt en rijmt
soepel in vrije kwatrijnen kleeft, klopt en lijmt
tot leesbare verzen, prima te verteren
dilettante poëzie ? grappenmakerij ?
gut, breek m'n hoofd er niet over
m'n sap is m'n drab, mijn brei
is barok - aan nep of benepenheid pover
als een kat valt pen steeds op haar poten
en heeft ze zeven levens en nog meer
't zit in haar lendenen gegoten
constateert ze, opgelucht, elke keer
24
Heb vannacht de letters een droogdok ingevoerd
en met stapelblokken gestut
hun kiel ontdaan van slak en prut
de onderkant vlak gehakt, gekrabd en gevloerd
lichtte ook heel behoedzaam, vakkundig voorzichtig
met een ontleedmes hun vlies op
en o ! ik blikte de hemelen in, allemachtig
hoorde der letters de gulden klop
oneindige ruimten die geen ruimten meer waren
vormden, blauw, onpeilbare diepten
verten, breedten, oceanen kalme baren
die safieren stilletjes in mijn ogen zwiepten
'k wist 't wel : achter elke letter
schuilt onbedorven, eindeloos azuur
lang dronken mijn ogen dat zoete vuur
der engelen 't blijde gekwetter
gaf heel het alfabet een schoonmaakbeurt
liet toen de letters weer los
ontspande stut, touw en tros
voor nieuwe vaart getuigd en goedgekeurd
met wapperende vanen gleden zij het dok uit
'k gaf hen nog een duwtje mee
en zag ze heenvaren op zee
op weg naar nieuwe gedichten gaan, zingend en luid
Hollandse dichters zonden hun dronken vloten
uit tot de verste uithoeken van de klanken
sap dat zwelt en welt, gutst in druivenranken
der taal de onverstoorbare muzieknoten
waar leek 't op ? op gewichtloos azuur
hoewel er zich van alles plaats vond bewoog er niets
onmetelijk helder blauw, zegen, stille lust, blitz
uitzicht op wat eraan komt, Edenpuur
o letters verlaat uw bedeesdheid
ontsteek uw gouden stormen
bevrijd uw nieuwe vormen
en drijf ons in uw werkelijkheid