13
Ik, ja ik, ik woon in Eden
mist ijzel blubber zon of regen
donker licht heden toekomst verleden
Eden alleen kom ik dag en nacht tegen
iets anders kunnen mijn ogen niet meer zien
m'n voeten dansen
m'n vingers flansen
dat Eden in elkaar even heftig alle tien
en 't gekke is : je hoeft er niets voor te doen
't wordt je allemaal geschonken
't voert je gewoon een beetje dronken
maakt je levend, fris, helder en koen
je knielt neer en dankt de hemel
die je vader is, en moeder aarde
dat zij jou, halvegare, baarde
jij bangerik, wanne baal, ouwe zemel
't wordt je per sekonde duizend maal gegeven
alleen : je hebt ogen en blijft blind
wat echt en waar is kun je niet beleven
man is geworden een plat kind
dat lustoord waarin wij zwemmen
ligt in onze voeten
zonnegroeten
één juweel, talloze gemmen
liggen in je handen, branden in je hart en hoofd
woelen tot in 't diepst der cellen
treden naar buiten uit je vellen
en vormen je al van snode dood beroofd
je al is naar je hart
zo zit bestaan nu eenmaal in elkaar
of je nu Kees heet of Bart
't is niet anders, zonneklaar
14
Wat wilt u ? dat ik u bij de haren grijp
en meesleur door m'n bochten
door pen heenpers - orgelpijp
van wat m'n handen wrochten ?
houd uw adem vast, maak uw borst maar nat
vol register zal ik u geven
overlopen van wonderen zal mijn vat
smaken zult u 't echte leven
tart
't hart
met Eden
gebeden
alleen in Eden kun je wonen
elders gaat 't gewoon niet
Eden speelt je eigen lied
de rest is gifvoer voor demonen
ga je daar niet van uit dan ben je verloren
word je gauw bitter, pulp, zuur
raak je al rap overstuur
voor de duivelen & co uitverkoren
dat Eden is je dee-en-aa
de zon in 't diepst van je gedachten
en de God van je hoogste verwachten
kijk maar naar jezelf, ga maar na
wie schenkt jou adem
wie stuwt jouw hart
wie meet jouw vadem
wie schenkt jouw part ?
15
Tja, of je 't nu wilt of niet, ieder mens
draagt de universele vergelijking
in zich, of noem 't de ijking
in aarde van 's hemels wens
die alles verlossende equatie
waarin de mensen zich verevenen
de lageren en de verhevenen
van ons Eden is de demonstratie
en huist in 't diepste puntje van 't hart
daar waar de spoken niet bij kunnen komen
een oord wiens top de wolken tart
een tuin van azuren stromen
Edens formule deelt elk mensenkind
deugd die valt te vinden
in zichzelf, te binden
en los te laten, vrij, licht in de wind
en ach, moeilijk is 't niet
't ligt zo voor de hand
men ontvangt veel meer dan dat men ziet
gebruik nou toch eens mens je verstand
God, de engelen steken in jou 't allereerst
je buiten is een projectie van je binnen
tot in 't uiterste van al je zinnen
bewegen de hemelen jou tot in je teerst
...zeg ik telkens tegen mijzelf
want je weet 't maar nooit genoeg
met al dat gezoek en gezwoeg
hoe hoog van Eden 't gewelf !
16
Soms, heel soms, denk met pen sterren te beroeren
vingers kriebelen, vlammen blaken
in de jacht op woorden de geest aan te raken
neuronen draaien op volle toeren
hoewel 'k toch niets speciaals op oog heb
de hersenen, de ik, 't hart, lichaam
willen wat meedollen in de vloed in de eb
van feestwoorden fijn dronken alle tesaam
't zit in 't hoofd, herinnert, klopt, leeft
binnen dat naar buiten gaat, onmerkbaar
concentriese cirkels van geest die beeft
omgezet in heerlijk al, kant en klaar
17
Er zitten in pen nog duizenden gedichten luidkeels te wachten
maar inkt is op
wat doe ik met al die schichtende, ongeduldige gedachten
krap in m'n kop
zal de veiligheidsklep maar snel opendraaien
nieuwe inkt kopen
en dan maar hopen
dat de woorden weer m'n kop in willen waaien
ontembaar zijn zij, wilde poesjes
verwende beesten
hogere geesten
Edenideeën zonder smoesjes
weet u wat ? 'k ga m'n eigen inkt fabriceren
met speeksel, ijzerzout en galnoten
die tal in m'n leden zitten gegoten
inkt gemaakt met druppels zweet plus wat pus van zweren
dit extrakt filtreren en in Edennat oplossen
één molecuul is al meer dan genoeg voor een liter
kan pen mooi opnieuw eeuwen door de woorden heen crossen
droppels, gekregen en gedronken uit 's hemels gieter
Ik, ja ik, ik woon in Eden
mist ijzel blubber zon of regen
donker licht heden toekomst verleden
Eden alleen kom ik dag en nacht tegen
iets anders kunnen mijn ogen niet meer zien
m'n voeten dansen
m'n vingers flansen
dat Eden in elkaar even heftig alle tien
en 't gekke is : je hoeft er niets voor te doen
't wordt je allemaal geschonken
't voert je gewoon een beetje dronken
maakt je levend, fris, helder en koen
je knielt neer en dankt de hemel
die je vader is, en moeder aarde
dat zij jou, halvegare, baarde
jij bangerik, wanne baal, ouwe zemel
't wordt je per sekonde duizend maal gegeven
alleen : je hebt ogen en blijft blind
wat echt en waar is kun je niet beleven
man is geworden een plat kind
dat lustoord waarin wij zwemmen
ligt in onze voeten
zonnegroeten
één juweel, talloze gemmen
liggen in je handen, branden in je hart en hoofd
woelen tot in 't diepst der cellen
treden naar buiten uit je vellen
en vormen je al van snode dood beroofd
je al is naar je hart
zo zit bestaan nu eenmaal in elkaar
of je nu Kees heet of Bart
't is niet anders, zonneklaar
14
Wat wilt u ? dat ik u bij de haren grijp
en meesleur door m'n bochten
door pen heenpers - orgelpijp
van wat m'n handen wrochten ?
houd uw adem vast, maak uw borst maar nat
vol register zal ik u geven
overlopen van wonderen zal mijn vat
smaken zult u 't echte leven
tart
't hart
met Eden
gebeden
alleen in Eden kun je wonen
elders gaat 't gewoon niet
Eden speelt je eigen lied
de rest is gifvoer voor demonen
ga je daar niet van uit dan ben je verloren
word je gauw bitter, pulp, zuur
raak je al rap overstuur
voor de duivelen & co uitverkoren
dat Eden is je dee-en-aa
de zon in 't diepst van je gedachten
en de God van je hoogste verwachten
kijk maar naar jezelf, ga maar na
wie schenkt jou adem
wie stuwt jouw hart
wie meet jouw vadem
wie schenkt jouw part ?
15
Tja, of je 't nu wilt of niet, ieder mens
draagt de universele vergelijking
in zich, of noem 't de ijking
in aarde van 's hemels wens
die alles verlossende equatie
waarin de mensen zich verevenen
de lageren en de verhevenen
van ons Eden is de demonstratie
en huist in 't diepste puntje van 't hart
daar waar de spoken niet bij kunnen komen
een oord wiens top de wolken tart
een tuin van azuren stromen
Edens formule deelt elk mensenkind
deugd die valt te vinden
in zichzelf, te binden
en los te laten, vrij, licht in de wind
en ach, moeilijk is 't niet
't ligt zo voor de hand
men ontvangt veel meer dan dat men ziet
gebruik nou toch eens mens je verstand
God, de engelen steken in jou 't allereerst
je buiten is een projectie van je binnen
tot in 't uiterste van al je zinnen
bewegen de hemelen jou tot in je teerst
...zeg ik telkens tegen mijzelf
want je weet 't maar nooit genoeg
met al dat gezoek en gezwoeg
hoe hoog van Eden 't gewelf !
16
Soms, heel soms, denk met pen sterren te beroeren
vingers kriebelen, vlammen blaken
in de jacht op woorden de geest aan te raken
neuronen draaien op volle toeren
hoewel 'k toch niets speciaals op oog heb
de hersenen, de ik, 't hart, lichaam
willen wat meedollen in de vloed in de eb
van feestwoorden fijn dronken alle tesaam
't zit in 't hoofd, herinnert, klopt, leeft
binnen dat naar buiten gaat, onmerkbaar
concentriese cirkels van geest die beeft
omgezet in heerlijk al, kant en klaar
17
Er zitten in pen nog duizenden gedichten luidkeels te wachten
maar inkt is op
wat doe ik met al die schichtende, ongeduldige gedachten
krap in m'n kop
zal de veiligheidsklep maar snel opendraaien
nieuwe inkt kopen
en dan maar hopen
dat de woorden weer m'n kop in willen waaien
ontembaar zijn zij, wilde poesjes
verwende beesten
hogere geesten
Edenideeën zonder smoesjes
weet u wat ? 'k ga m'n eigen inkt fabriceren
met speeksel, ijzerzout en galnoten
die tal in m'n leden zitten gegoten
inkt gemaakt met druppels zweet plus wat pus van zweren
dit extrakt filtreren en in Edennat oplossen
één molecuul is al meer dan genoeg voor een liter
kan pen mooi opnieuw eeuwen door de woorden heen crossen
droppels, gekregen en gedronken uit 's hemels gieter