Hollandse verzen
41
Een-en-veertig verzen in een-en-veertig dagen aan één stuk
- tot hoever wil pen in haar drift gaan ?
elke dag een gedicht, in één ruk
palen hijen in de woorden, de toetsen van Eden aanslaan ?
de reeks zou eigenlijk al slingerend in de Tuin moeten uitmonden
zoals een stroompje van bron naar zee vloeit
dan recht dan krom dan klaterend dan kabbelend over woeste gronden
hartstochtelijk met bootjes vrijt en stoeit
de bron waaruit deze zinnen opwellen
wordt via pen, inkt en vel vloed naar de Hof
alwaar de woorden zich van slijk en stof
ontdoen, van vuile schillen en vieze vellen
om opnieuw te schitteren in hun oorspronkelijke staat
waarvan sommige dichters soms een vaag idee bezitten
gelukzalige banden die niet meer vallen te splitten
symfonie van feestwoorden verheugd tot in de hoogste graad
42
Beëlzebub springt uit mijn wenkbrauwen
Baphomet prikt akelig in mijn neus
Satan met al zijn trawanten pfft heus
spannen van mijn natuur tal van touwen
en toch rolt Eden vanzelf uit mijn mond en lippen
gaat door dijen, ontstaat in mijn hoofd
stort op vel neer in blinkende, sonore lichtstippen
door hogere vreugd lustig verdoofd
rara hoe kan dat - Joost mag het weten
ei ! een verklaring hoeft pen niet te geven
der eigenaardigheden van haar leven
zijn toekomst noch herkomst af te meten
ergens van onder de grond neemt zij maar aan
en van achter de sterren tegelijkertijd
iets echts, ach, een lach, een traan
met wonden van lange strijd
een pogen tot, zo goed en zo kwaad als het gaat
anti-held, dilettante, met vallen en opstaan
tastend in de mist tussen donker en licht gaan
zonder enige hulp, zekerheid of toeverlaat
maar Muze ! met jou wil ik vrijen en dansen
'k zie wel wat er verder staat te gebeuren
met jou toch naast me heb ik alle kansen
ons succesvol Eden binnen te sleuren !
43
Hoeveel verzen moet pen nog schrijven voordat Eden start
in het heden ? in de wereld van vandaag klinkt
ageert, bruist, neerzijgt, opwelt, in de feiten zinkt
tot op de bodem van menselijk verstand en hart ?
zij wil het juk afleggen
bevrijd van plicht en last
't is volbracht zeggen
niet langer meer op de tast
in het doelwit trillend tot rust gekomen
pijl midden in de roos
uitkomst van stug volgehouden dromen
evenzo kras als broos
bah, heb m'n best gedaan, heel m'n leven
oprecht getracht naar Eden te streven
om te beginnen eerst in eigen kring
in mij zelf en daarnaast in mijn omgeving
kan slechts roeien met de riemen die ik heb
en wie weet is 't allemaal maar zinsbegoocheling
fantasmagorie, mythomanie, ijlhoofdige nep
constante hersenschim, wanne inbeelding
maar dan nog was de weg meer dan de moeite waard
komaan, krankzinnig of zo ben ik er niet door geworden
en voorwaar, niets of niemand bracht me van de kaart
al gaande noteerde ik der tocht trots de dronken woorden
de speurtocht zèlf is al de opening
die mij opwacht aan 't eind van de reis
ben inmiddels gelukkig wel zo ver gevorderd, wijs
geworden in gevoel, gedachte en redenering
wie toch kan hoger gaan dan zijn armen reiken
heeft iemand ooit eens een vis horen blaffen
ontving al genoeg mijn portie aan straffen
gek of niet, gut, 'k weet gewoon niet van wijken
44
Heb vannacht alle woorden opgeroepen in mijn strijdershol
strategie met de aanvoerders besproken en vastgelegd
dit en dat... zus en zo... hier... daar... een heilige eenheid geslecht
van hernieuwde krachten stonden de mensenklanken fier weer bol
feestelijk verlichtten hun flambouwen de zalen
van al de talen wapperden buiten bont de vanen
we wisten dat we de buit binnen zouden halen
voor ons lag een wereld van goud in bruisende banen
eindeloze rijen heerscharen klinkers en consonanten
in één strijdkreet rukten der hemelen de poorten open
het nieuwe brak aan, het oude was afgedaan, verlopen
het boze uur - mijn God ! Eden barstte uit aan alle kanten
45
Ben op deez'aardbol de gelukkigste mens geworden
ondanks stank, verderf en walmen
blijf de meest levende onder verdordentussen droeftoeters het helderst galmen
ik wil totaal in vrede zijn
achter zon reiken, spartelen in godenwijn
ontspannen, lachend en spontaan
dansend door de dagen gaan
wie kan mij tegenhouden ? de hemel is mijn vader
de aarde mijn moeder, mijn voeten gaan overal
God, bron aller dingen, stroomt door mijn ader
en klopt 't niet dan komt hoogmoed wel voor de val